Heeft u over het jaar 2018 al een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting gehad, maar verwacht u dat deze te laag is? Kom dan snel in actie en voorkom dat u 8% belastingrente moet betalen. Dit geldt ook voor de inkomstenbelasting. De rente van 4% voor deze belastingsoort is daarbij gelukkig lager, maar nog steeds fors hoger dan de huidige markrente.
Belastingrente
De Belastingdienst berekent (minimaal 8%) belastingrente vanaf zes maanden na afloop van het desbetreffende belastingjaar als een rechtspersoon vennootschapsbelasting is verschuldigd. Is het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar, dan berekent de Belastingdienst dus vanaf 1 juli 2019 rente over 2018. Wijkt het boekjaar af van het kalenderjaar, dan wijzigen de termijnen voor de belastingrente ook.
Er is in dit kader een aantal belangrijke termijnen om rekening mee te houden:
- dient u de aangifte vennootschapsbelasting in vóór 1 april van het volgende jaar, dan is geen belastingrente verschuldigd;
- als u de aangifte vennootschapsbelasting op of na 1 april van het volgende jaar indient, dan loopt de periode waarover belastingrente wordt berekend tot en met 19 weken na het moment waarop uw aangifte door de Belastingdienst ontvangen is;
- doet u vóór 1 mei van het volgende jaar een verzoek voor het opleggen of aanpassen van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting, dan hoeft u ook geen belastingrente te betalen;
- dient u op 1 mei of later een verzoek in om een voorlopige aanslag over het voorgaande jaar op te leggen, dan bent u belastingrente verschuldigd over de periode tot en met 14 weken vanaf het moment waarop uw verzoek bij de Belastingdienst is binnengekomen.
Wij geven u een aantal voorbeelden:
2018
Geen aanslag, of te lage voorlopige aanslag
Is er nog geen aanslag over 2018 opgelegd, terwijl u wel vennootschapsbelasting verschuldigd bent over 2018? Verzoek de Belastingdienst dan vóór 1 mei 2019 om een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting over 2018 op te leggen. Uw onderneming is dan geen belastingrente verschuldigd indien en voor zover de voorlopige aanslag niet afwijkt van de definitieve aanslag.
Vraagt u pas op 1 juni 2019 een voorlopige aanslag over 2018 aan, dan bent u belastingrente verschuldigd over de periode 1 juli 2019 (datum waarop belastingrente begint te lopen) tot en met 7 september 2019 (veertien weken na datum verzoek).
Is er al wel eerder een voorlopige aanslag opgelegd, maar is deze achteraf gezien te laag? Dan kunt u verzoeken om deze aanslag aan te passen; daarbij gelden dezelfde termijnen als in de hierboven genoemde voorbeelden.
Te hoge voorlopige aanslag
Verwacht u dat de voorlopige aanslag te hoog is? Door tijdig de aanslag te verlagen verbetert u de liquiditeitspositie van uw onderneming. Pas wel op dat u de aanslag niet te laag laat vaststellen: mocht de definitieve aanslag hoger uitvallen, dan bent u belastingrente verschuldigd!
2019
Verwacht u dat de aanslag vennootschapsbelasting over 2019 te laag is vastgesteld? Met het oog op uw liquiditeitspositie kan het verstandig zijn om (pas) begin 2020 de voorlopige aanslag aan te passen. Let hierbij wel op dat u weliswaar voorzichtig mag zijn, maar dat u niet willens en wetens de voorlopige aanslag op een te laag niveau mag laten vaststellen. In dat geval kan de Belastingdienst u namelijk een vergrijpboete opleggen van 100% van het bedrag dat ten onrechte niet (eerder) is betaald.
Oudere jaren
Is de onderneming over de jaren tot en met 2017 nog vennootschapsbelasting verschuldigd én is nog geen aangifte ingediend of een aanslag opgelegd? Verzoek dan zo spoedig mogelijk om een voorlopige aanslag op te leggen. De Belastingdienst berekent namelijk belastingrente vanaf zes maanden na afloop van het desbetreffende belastingjaar, zodat het bedrag aan verschuldigde belastingrente fors kan oplopen.
Actie noodzakelijk voor 1 mei 2019?
Is het nodig om een (aanpassing van de) voorlopige aanslag over 2018 aan te vragen voor 1 mei?
Neem contact op met mij of uw relatiebeheerder, en wij zorgen voor een tijdig digitaal verzoek aan de fiscus!