In de bv betaal je vennootschapsbelasting over – kort gezegd – de behaalde winst. Pas als de bv de winst die na belasting resteert, uitdeelt aan de directeur-grootaandeelhouder (dga), moet de dga over de uitgedeelde winst aanvullend inkomstenbelasting betalen in box 2 (26,9% in 2023). Daardoor wordt de totale winst in 2023 belast tegen 37,865 tot 45,76%.
Je bereikt dit tarief dus pas na uitdeling van de winst. Dit betekent dat het aantrekkelijk is om in de bv winst op te potten en dit pas uit te delen zodra je het als aandeelhouder nodig hebt. Op die manier heb je renteloos uitstel van belastingbetaling.
Wanneer is een overstap aantrekkelijk?
In het algemeen kan worden gesteld dat de overstap aantrekkelijk wordt in situaties waarbij een fors deel van de winst niet direct consumptief door de eigenaar-ondernemer wordt gebruikt. Het verdient dan vanuit fiscaal oogpunt veruit de voorkeur via de bv deze winst onbelast als reserves op te potten.
De winst kan dan op een later tijdstip worden gebruikt voor bijvoorbeeld investeringen, een grote privéaankoop of om op een eerder tijdstip te stoppen met werken. Bij verkoop van de bv of bij overlijden betaal je op zijn laatst uiteindelijk belasting over opgepotte winsten.
Eenmanszaak, maatschap of vof
Heb je geen bv, maar een eenmanszaak, of neem je deel in een maatschap of vof? Dan betaal je over de winst het progressieve tarief van de inkomstenbelasting in box 1. Onbelast oppotten van winst is dus niet mogelijk. Je hebt wel recht op een aantal ondernemersfaciliteiten die de belastingdruk beperken. De belangrijkste zijn de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling van 14%.
Let op! Het oppotten van winst levert niet altijd een liquiditeitsvoordeel op en is niet altijd optimaal. Afhankelijk van de situatie kan het fiscaal voordeliger zijn om overtollige liquide middelen naar privé te halen.
De bv in
Of het verstandig is om je onderneming in een bv in te brengen, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van jouw onderneming en privésituatie. Zo kan naast fiscale redenen ook aansprakelijkheid een rol spelen. Een ondernemer voor de inkomstenbelasting kan hoofdelijk of medeaansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming, afhankelijk van de vorm waarin de onderneming wordt gedreven.
De aansprakelijkheid voor een directeur-grootaandeelhouder is beperkt tot het in de bv geïnvesteerde bedrag. Formeel is de dga dus niet aansprakelijk voor de schulden van de bv, tenzij sprake is van wanbeleid. In de praktijk komt het echter voor dat banken, bij het verstrekken van een financiering voor de bv, eisen dat de dga in privé meeondertekent. Wanneer de bv haar schulden niet meer kan betalen, worden deze dan toch verhaald op het privévermogen van de dga.
Ook een toekomstige bedrijfsoverdracht kan een reden zijn om de onderneming in te brengen in een bv. Het levert flexibiliteit op: de koper kan ervoor kiezen om de onderneming uit de bv de kopen of de aandelen in de bv, afhankelijk hoe dit het beste past in de structuur.
De bv uit
Bij de beslissing om de onderneming weer uit de bv te halen, spelen vaak naast de belastingheffing de kosten voor het in stand houden van de bv een rol.
Wanneer overstappen?
De vraag wanneer je er verstandig aan doet om over te stappen naar de bv of de onderneming voort te zetten in de inkomstenbelasting, is niet eenduidig te beantwoorden en hangt af van vele factoren. Hoewel individuele factoren bepalend zijn, kan gesteld worden dat het omslagpunt in veel situaties bij een structurele winst van ongeveer € 150.000 ligt.
Geruisloos doorschuiven
Als je wilt overstappen van een onderneming in de inkomstenbelasting naar een bv of omgekeerd, moet je in beginsel met de fiscus afrekenen over de opgebouwde (stille) reserves. Zo kunnen bijvoorbeeld de boekwaarde van je pand lager zijn dan de werkelijke waarde.
Er bestaat een mogelijkheid om onder voorwaarden niet af te rekenen, maar ‘geruisloos’ door te schuiven. Geruisloos doorschuiven is echter niet altijd aantrekkelijk. Er zitten voor- en nadelen aan.
Terugwerkende kracht tot begin 2022
De motivatie om over te stappen naar een bv of juist de bv weer uit te gaan zal altijd een combinatie zijn van verschillende afwegingen. Overweeg je de bv geruisloos in of uit te gaan, dan kun je dit regelen met terugwerkende kracht naar 1 januari van dit jaar. Je moet daarvoor vóór 1 oktober jouw intentie om over te stappen naar een bv of om de bv weer uit te gaan registeren bij de Belastingdienst.
Tip!
Twijfel je nog, bijvoorbeeld omdat je eerst meer duidelijkheid wilt hebben over de aangekondigde wijzigingen in de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting? Registreer dan wel jouw intentie bij de Belastingdienst. Je hebt dan tot en met 31 maart 2024 om de bv daadwerkelijk op te richten of te ontbinden (bij een ‘geruisloze’ overdracht).
Voor een ‘ruisende’ overdracht is het noodzakelijk om de intentieverklaring vóór 31 maart te laten registreren, voor terugwerkende kracht naar 1 januari 2023. In dat geval dient de bv vóór 1 oktober te zijn opgericht.
Let op!
Is jouw boekjaar niet gelijk aan een kalenderjaar, dan gelden voor jou niet de hiervoor genoemde data. Je moet dan jouw intentie registreren binnen negen maanden na het laatste volledige boekjaar en de bv oprichten of ontbinden binnen vijftien maanden na het laatste volledige boekjaar.
Heb je vragen over je onderneming in een bv inbrengen of je onderneming weer uit de bv halen? Neem dan contact op.